In het Schoolondersteuningsplan heeft de school beschreven hoe het de basiszorg, de extra zorg en de speciale zorg heeft ingericht
Kinderen ontwikkelen zich allemaal op hun eigen manier. De een heeft daarbij veel hulp nodig, de ander wat minder. Dat verschilt per kind en per ontwikkelingsgebied.
Op school bieden wij elk kind basiszorg. Als het nodig is kunnen we tijdelijk of voor langere tijd extra-zorg bieden. Dat betekent bijvoorbeeld dat een leerkracht met een kind extra oefent, het kind meer tijd geeft om het werk te maken, extra oefenstof geeft of een bepaald deel van de lesstof aangepast aangeboden krijgt. Soms is dat niet voldoende en vragen we hulp. Dat kan bij de ortho-pedagoog van Bijeen zijn, of een andere externe deskundige. Ook kunnen we extra hulp vragen bij het samenwerkingsverband, zodat we extra hulp kunnen (laten) geven geven aan het kind. De school krijgt dan tijdelijk een arrangement voor het betreffende kind toegekend. De school moet dan wel al het mogelijke hebben gedaan om er in de gewone lessituatie voldoende aandacht aan te geven.
Hoewel het beleid er op gericht is of kinderen zoveel mogelijk deel te laten nemen aan het regluliere basisonderwijs, blijkt soms toch dat de specialistische aanpak in het speciaal onderwijs beter voor het kind is. In overleg met de ouders, en vaak op advies van deskundigen melde we het kind dan aan bij het speciaal onderwijs.